27 juni 2009

Székely-Lulofs

Eigenlijk heb ik niet veel zin in lezen, maar je moet toch wat, nietwaar?
Ik lees nu "Tumult : Het levensverhaal van Madelon Szekely-Lulofs" van Frank Okker.
Madelon is een dochter van Claas Lulofs (bestuursambtenaar in Ned. Indië) en Sarah Dijckmeester.
De vader van Claas is dominee en Sarahs vader is kantonrechter te Deventer.

Uit het boek blijkt dat Madelon opgroeit in een niet echt liefdevol, warm nest.
In het boek wordt het leven beschreven van een bestuursambtenaar in Nederlands Indië in het eind van de 19e, begin 20e eeuw.

Madelon trouwt met Hein Doffegnies, broer van de streekromanschrijfster Van Nijnatten-Doffegnies (Moeder Geerte). Hun vader is burgemeester van Deventer.
Uit het huwelijk komen 2 dochters, waarmee naar mijn idee nogal vreemd wordt omgesprongen. Ook de dochter uit het tweede huwelijk met Lazlo Szekely kent geen gezinsleven met een vader en een moeder.
Dat dit mij opvalt ligt aan mij.
Hein werkt op Sumatraanse rubberplantages.

In het boek veel aandacht voor de literaire producten van Madelon en de vertalingen in de diverse talen. Het blijkt dat vertalingen niet altijd de volledige vertalingen van de originele tekst zijn. Een en ander wordt aangepast aan het land en de politieke situatie.
Kortom: je weet niet wat je leest. Heb je wel het hele verhaal voor je of is het een politiek correct verhaal?
Dus:lees het boek in de oorspronkelijke taal, dan weet je zeker dat het de "waarheid" het meest benadert.

5 juni 2009

Het bijna-lege nest

Nog een dag of wat, en Knelis gaat op zichzelf wonen. Is de bedoeling.
Vanmiddag vertelde hij dat hij z'n kamer had opgeruimd en dat hij "wat spullen" in onze slaapkamer had gezet.
Ik heb nog niet gekeken. Ik heb zo'n duister vermoeden dat het een sportieve gang naar het bed wordt. Zoonlief zei dat we nog wel in ons bed konden liggen. Daar is misschien alles mee gezegd.
Nog een paar dagen en dan moet het toch mogelijk zijn dat ik weer bij de strijkplank kan, kan stofzuigen, mijn boeken kwijt kan in een inmiddels vrij gekomen kamer...

supercalifragilisticsupercalidodious

Nu dacht ik toch dat ik in de UIT/bijlage Freed van de LC iets had gelezen over een musical o.i.d. van Mary Poppins, maar ik kan het niet terugvinden. Nou ja, maakt niet uit.
Toen ik een jaar of 13, 14 was had ik een vriendje dat de toverspreuk Supercalifragilisticsupercalidocious vlekkeloos kon uitspreken, met als gevolg dat ik daarbij niet kon achterblijven.
Het is een spreuk waarmee je je goed gaat voelen als je hem uitspreekt. Ik moet nog maar even oefenen.

Het vriendje heette Govert en zijn vader was kandidaat-notaris. Zei me niets, destijds. Een kandidaat is nog geen echte, toch? Dan kan je wel duur doen, maar stelt niets voor. Govert studeerde rechten, dus zal hij wel een functie in die richting hebben.

Tja, dat zijn zo van die overpeinzingen die je krijgty bij Supercalifagilisticexpialicdocious.

25 mei 2009

Het nest wordt leger

Nou, onze 23-jarige gaat naar het zich laat aanzien eindelijk ook het huis uit. Niet dat we er op zitten te wachten dat er een kamer vrij komt waarin we onze overbodige troep kunnen dumpen (hoewel...), maar het is wel mooi dat er een einde komt aan onze hotelfunctie.
Het zicht op een appartement heeft onze 23-jarige veranderd als een blad aan een boom: had je tot nu toe een stafkaart nodig om je weg te vinden in z'n kamer, nu heeft hij het opeens over opruimen en netjes. We wisten niet dat deze woorden bij hem waren doorgedrongen. We hebben zelfs opgevangen dat hij mompelde over niet uitgaan omdat hij het geld nodig heeft voor z'n huis.
Een van zijn wensen is een theepot met een waxinelichtje eronder op z'n salontafeltje. Maar waar vind je nog een waxinelichtje voor onder je theepotje? Iets toonbaars? In Heerenveen heeft moeders nog niets gezien waarvan je niet meteen gillend de boom in vliegt. Omabloemetjes met gouden randjes, dat kun je zo'n jongen toch niet aandoen? Eerst maar eens in onze eigen keuken- en andere kastjes kijken of er nog iets te vinden is. Je weet maar nooit wat je ooit 20 jaar geleden in die kastjes hebt gestopt. Dat zijn zo van die verrassingstochten.

6 mei 2009

6 mei

6 mei, dat is de dag waarop de zus van mijn vader door wie ik ben grootgebracht in 1938 trouwde met de liefde van haar leven. Vanaf hun 12e jaar (1926) hadden zij verkering en in 1938 zijn zij getrouwd. In april 1939 is hun dochter (niet ik) geboren en in 1941 is Dick aan TBC overleden.
Elk jaar hoorde ik rond 6 mei dit verhaal van mijn moeder (eigenlijk mijn tante).

Een andere zus van mijn vader was met Jan, een broer van Dick getrouwd. Jan overleed in de oorlog toen er een bom op zijn kapperszaak in Den Helder viel.
Beide zussen woonden in de oorlog met hun vader (mijn opa Simon, die met die zeiloren) en hun dochtertjes in Castricum. Van hun vader mochten zij geen verdriet tonen; het leven ging verder. Bovendien had Simon met de flaporen zijn vrouw (mijn grootmoeder Sien) ook in de oorlog verloren (maagkanker).
Niet altijd leuk, maar wel verklaarbare reacties (niet zeuren).

Mijn biologische ouders waren in WOII op Java, in diverse Jappenkampen. Maar dat is een ander verhaal.

Scarface

Toen ik vanavond een blikje bier wilde pakken dat ver boven mijn reikvermogen in het schap stond, viel er een blikje naar beneden, precies op mijn lip. Bloeden als een rund, natuurlijk.
Ziet er dramatisch uit, maar valt uiteindelijk reuze mee.

Annelies weet het nog niet, maar morgen maakt zij een foto van mij met gespleten lip; deze foto wordt dan bij dit berichtje geplaatst.

Toen het gebeurde dacht ik wel met mijn gereformeerde achtergrond: straf van God omdat ik bier koop, en: omdat ik vroeger in het ziekenhuis kinderen met een schisis, die je toen nog gewoon hazelipjes mocht noemen, nadeed: hnghnghnghnghng.
Is natuurlijk niet zo, maar het schiet toch even door je heen.

Nu hoop ik uiteraard dat je op de foto goed het rode streepje boven en onder m'n lip ziet, anders heb ik er nog niets aan, natuurlijk.
Heerlijk toch, als je iets hebt dat zichtbaar is!